De filosofie van AutoCAD
Waarom is AutoCAD zoals het is? Ze vertellen het er zelf niet bij. AutoCAD is heel slecht met het toegankelijk maken van de talloze mogelijkheden die in het programma zitten. De handboeken (nu online) zijn altijd erg onoverzichtelijk geweest. Vooral het waarom van de vele functies en (on)mogelijkheden wordt slecht aangegeven. Het online-handboek heeft zelfs het karakter van een doolhof. Het bevat ontelbare links die meestal niet naar iets zinnigs leiden. Het is zo overgestructureerd, dat de inhoud bijna niet meer te vinden is, als die er al in staat.
Open systeem
AutoCAD is een open systeem. Je kunt er ongelooflijk veel zelf aan toevoegen en veranderen. Vanouds kon je bijna alles aanpakken: je kon je eigen commando’s maken en je eigen menu’s. Dat pad is nu toch op een paar punten verlaten. Op de Ribbon staan veel voorzieningen die je niet kunt veranderen. Veel meer dan het toevoegen en wijzigen van buttons is niet mogelijk. De moderne versies van een aantal commando’s zijn eveneens niet meer vatbaar voor aanpassingen. De klassieke versie bestaat nog steeds. Je moet het vooraf laten gaan door een hyphen (liggend streepje). Voorbeeld: -HATCH. Voor het gebruik in LISP-routines ben je daarop aangewezen. Je mist dan wel de verworvenheden van de nieuwe versie. Hatch heeft zelfs een eigen ribbon-tab die actief wordt zodra je het commando activeert. Je kunt daar een aantal knoppen bij zetten, maar je kunt niet zelf een hatchcommando met eigen voorzieningen maken, waarbij je ook de hatchribbon-tab blijft gebruiken.
Half af
Het programma is altijd half af. Als er bij een nieuwe editie nieuwe mogelijkheden zijn, worden die nooit consequent doorgevoerd. Dynamic input zit bijvoorbeeld niet bij alle commando’s. Bij diverse commando’s op de Ribbon zit geen uitklapmenu, terwijl dat er wel om vraagt.
Er worden tekens nieuwe elementen toegevoegd aan de interface: We kregen de pull-down-menu’s, de Toolbars, de Ribbon, de Palettes. Al die voorzieningen hebben weer beperkingen waardoor ze niet echt voldoen en je nooit zult besluiten om voortaan alleen met dat onderdeel te gaan werken.
AutoCAD lijkt steeds te willen laten zien wat er mogelijk is, maar laat het aan de gebruiker over om het systeem af te maken. De praktijk is dat daar weinig van terecht komt. Op cursussen laten ze je gewoon werken met alle onlogische instellingen die standaard worden meegeleverd. Op de meeste bedrijven heeft bijna niemand in de gaten dat het allemaal veel beter kan. Wie dat wel ziet, moet er ook nog de tijd, de gelegenheid en de bevoegdheid voor hebben om de wijzigingen aan te brengen.
Voorbeelden
Het Arc-commando is vanouds het commando waarmee ze willen laten zien hoe het moet. In de oudere versies waren al macro’s gemaakt van alle subroutines die dit commando in zich heeft. In AutoCAD 2011 zien we het op de Ribbon staan met een keurig uitklapmenu erbij.
AutoCAD voegt in principe in nieuwere versies alleen dingen toe. De commando’s kunnen via de commandline nog net zo gebruikt worden als in de allereerste versies. Op het eerste gezicht lijkt het of er een paar commando’s een compleet nieuwe gedaante hebben gekregen, zoals Hatch en Color. De nieuwe versie ziet er tamelijk volwassen uit. Dit heeft het niveau bereikt van een modern grafisch programma.
Dat de makers van AutoCAD hun gebruikers nog steeds niet helemaal serieus nemen, blijkt uit het commando Lengthen. AutoCAD had al de commando’s Trim en Extend. Lengthen overlapt die functies deels. Dit kan het argument geweest zijn om een functie als Lengthen ach-terwege te laten. Mogelijk is die pas toegevoegd nadat duizenden gebruikers hierom hadden gevraagd. Het is een commando geworden in de stijl van AutoCAD uit de beginjaren en het zit weggestopt in een submenu. Het werkt alleen lekker als je het zelf in een macro zet.
Meccano
Alles bij elkaar blijft AutoCAD een heerlijke knutseldoos, waar je heel veel kanten mee op kunt. Welk ander programma geeft zoveel mogelijkheden om het aan te passen aan je eigen wensen? Het is een digitale Meccano-doos waar je prachtige dingen mee kunt maken, al zul je – net als bij het fysieke Meccano – steeds tegen de beperkingen van het systeem aanlopen.